top of page
  • Foto van schrijverSimone van Breda

Politieke partijen maken veel beloften, maar kunnen ze die wel waarmaken?

Tijdens de eerste bijeenkomst van Meer Directe Democratie had ik de eer om mijzelf persoonlijk aan de leden voor te stellen. Dit moment markeert een cruciale stap in onze gezamenlijke missie om de kloof tussen de burger en de Europese instellingen te dichten. In mijn huidige rol ervaar ik dagelijks hoe EU-regelgeving vaak ineffectief is of zaken alleen maar ingewikkelder maakt. Daarom zet ik mij in om ervoor te zorgen dat onze specifieke Nederlandse behoeften en situaties worden meegenomen in de Europese wetgevingsprocessen. Ja, we moeten de verbinding met de burger herstellen en onze stem in Brussel krachtig laten horen. Maar ook eerlijk zijn over de werking van het parlement en haar bevoegdheden.

Een treffend voorbeeld van Europese wetgeving die niet werkt omdat Nederlandse behoeften niet zijn meegewogen, is de regelgeving rondom stikstofuitstoot. Deze wetgeving, ontworpen met een breed Europees perspectief, houdt onvoldoende rekening met de unieke dichtheid van de Nederlandse veestapel en de specifieke ecologische omstandigheden van ons land. Het gevolg is dat Nederland te maken heeft met disproportioneel zware beperkingen op bouwprojecten en landbouwactiviteiten, wat leidt tot economische stagnatie en sociale onrust.

Dit illustreert hoe cruciaal het is dat onze nationale belangen beter vertegenwoordigd worden in de besluitvorming in Brussel.

Hoe werkt de Europese Unie?

De Europese Unie is een complex netwerk van instellingen en procedures, ontworpen om een evenwicht te vinden tussen de belangen van de verschillende lidstaten. De belangrijkste instellingen zijn de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.


De Europese Commissie

De Europese Commissie is het uitvoerend orgaan dat wetsvoorstellen doet en ervoor zorgt dat EU-beleid wordt uitgevoerd. Zij fungeert als de motor van de Europese wetgeving, en haar voorstellen vormen de basis van het beleid dat de hele Unie raakt. De Commissie heeft het exclusieve recht om wetgeving voor te stellen. Dit betekent dat het Parlement en de Raad geen nieuwe wetgeving kunnen initiëren; zij kunnen alleen wijzigingen voorstellen en de wetgeving goedkeuren of verwerpen.


De Europese Commissie bestaat uit een team van commissarissen, één uit elk EU-lidstaat. Deze commissarissen worden voorgedragen door hun nationale regeringen en vervolgens goedgekeurd door het Europees Parlement. De Commissie wordt geleid door de voorzitter, die wordt gekozen door het Europees Parlement op basis van een voorstel van de Europese Raad. Elke commissaris heeft een specifieke portefeuille, zoals handel, milieu of transport, en gezamenlijk vormen zij het uitvoerend orgaan van de EU, verantwoordelijk voor het voorstellen en uitvoeren van beleid en wetgeving.


Het Europees Parlement

Het Europees Parlement, gekozen door de burgers van de lidstaten, speelt een cruciale rol in het goedkeuren, wijzigen of verwerpen van de wetsvoorstellen die door de Europese Commissie worden ingediend. Hoewel het Parlement geen wetsvoorstellen kan indienen, heeft het wel de macht om amendementen voor te stellen en om wetsvoorstellen goed te keuren of te verwerpen. Hier zit onze invloed. Het Parlement houdt ook toezicht op de andere EU-instellingen en is verantwoordelijk voor het goedkeuren van de EU-begroting. Daarnaast vertegenwoordigt het Parlement de stem van de Europese burgers en zorgt het ervoor dat wetgeving eerlijk en doeltreffend is.


Nederland heeft na de verkiezingen 31 leden in het Europees Parlement, terwijl het totaal aantal leden 720 bedraagt. Ter vergelijking: Duitsland heeft meer dan drie keer zoveel leden. Deze verdeling van zetels is gebaseerd op de bevolkingsgrootte van de lidstaten, wat betekent dat grotere lidstaten meer invloed hebben. Dit betekent dat de invloed van Nederland relatief beperkt is. Het is daarom van cruciaal belang dat Nederlandse vertegenwoordigers effectief samenwerken en strategische allianties vormen om de nationale belangen te behartigen.


Een concreet voorbeeld van wetgeving die in Frankrijk en Duitsland wel werkt, maar in Nederland problematisch is, betreft de Europese Kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn, ontworpen om de waterkwaliteit in de hele EU te verbeteren, stelt strenge eisen aan de chemische en ecologische toestand van oppervlaktewater en grondwater.


Werking in Frankrijk en Duitsland: In Frankrijk en Duitsland heeft de implementatie van deze richtlijn relatief goed gewerkt. Beide landen hebben grotere rivieren en waterbekkens die een natuurlijke buffer vormen tegen vervuiling. Daarnaast hebben ze omvangrijkere en beter gestructureerde agrarische sectoren die beter in staat zijn om aan de strengere eisen te voldoen zonder grote economische verliezen te lijden.


Problematiek in Nederland: In Nederland, met zijn dichtbevolkte en intensief gebruikte landbouwgrond, heeft de Kaderrichtlijn Water echter aanzienlijke problemen veroorzaakt. De eisen voor waterkwaliteit hebben geleid tot strikte reguleringen voor mestgebruik en andere agrarische praktijken. Dit heeft veel boeren in ernstige financiële problemen gebracht en heeft geleid tot een impasse in de woningbouw vanwege de strenge stikstofregels. De Nederlandse geografie, met veel kleine waterwegen en een hoge bevolkingsdichtheid, maakt het moeilijker om aan de Europese normen te voldoen zonder ingrijpende en kostbare maatregelen.


Dit voorbeeld toont aan dat Europese wetgeving, hoewel goed bedoeld en effectief in sommige landen, niet altijd aansluit bij de specifieke behoeften en omstandigheden van Nederland. Het onderstreept de noodzaak voor een sterke Nederlandse vertegenwoordiging in Brussel die onze unieke situaties kan uitleggen en ervoor kan zorgen dat wetgeving flexibel genoeg is om recht te doen aan de diversiteit binnen de EU.


De raad van de Europese Unie

De Raad van de Europese Unie, ook wel de Raad van Ministers genoemd, bestaat uit ministers van de regeringen van de lidstaten. De samenstelling van de Raad varieert afhankelijk van het onderwerp dat wordt besproken. Er zijn tien verschillende samenstellingen van de Raad, bijvoorbeeld:

  • Raad Algemene Zaken: Bestaat uit de ministers van Buitenlandse Zaken of Europese Zaken van alle lidstaten.

  • Raad Buitenlandse Zaken: Bestaat uit de ministers van Buitenlandse Zaken, en wordt voorgezeten door de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid.

  • Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin): Bestaat uit de ministers van Financiën of Economische Zaken.

  • Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ): Bestaat uit de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken.


Deze raad werkt samen met het Parlement om wetgeving aan te nemen. De Raad vertegenwoordigt de nationale regeringen en zorgt ervoor dat de belangen van de lidstaten worden meegenomen in de besluitvorming. De Raad en het Parlement moeten het eens worden over de tekst van een wetsvoorstel voordat het wet kan worden.


Het belang van het Vetorecht

Een essentieel aspect van de besluitvorming in de Raad van de Europese Unie is het vetorecht dat sommige lidstaten in specifieke gevallen hebben. Het vetorecht stelt een lidstaat in staat om een voorstel te blokkeren, zelfs als het door de meerderheid wordt gesteund. Dit recht ligt bij de Raad van de Europese Unie en niet bij het Europees Parlement. Het vetorecht is cruciaal omdat het ervoor zorgt dat de belangen van individuele lidstaten worden beschermd tegen besluiten die mogelijk schadelijk voor hen kunnen zijn. Voor een klein land als Nederland is het vetorecht van groot belang om ervoor te zorgen dat nationale belangen niet worden overschaduwd door de wensen van grotere lidstaten. Het vetorecht ligt bij de Raad van de Europese Unie en niet bij het Europees Parlement.


Hoe komt een wet tot stand?

Het proces van wetgeving in de EU kent verschillende stappen:

  1. Voorbereiding en voorstel: De Europese Commissie identificeert de noodzaak voor nieuwe wetgeving, vaak op basis van input van belanghebbenden, expertgroepen en studies. Vervolgens stelt zij een wetsvoorstel op.

  2. Indiening bij het Parlement en de Raad: Het voorstel wordt ingediend bij zowel het Europees Parlement als de Raad van de Europese Unie.

  3. Eerste lezing: Het Europees Parlement en de Raad bestuderen het voorstel onafhankelijk van elkaar. Beide instellingen kunnen wijzigingen voorstellen. Het Parlement stemt eerst over het voorstel en stuurt het naar de Raad met eventuele amendementen.

  4. Tweede Lezing: De Raad reageert op het voorstel van het Parlement. Als de Raad het voorstel met amendementen goedkeurt, wordt het wet. Als de Raad wijzigingen aanbrengt, gaat het voorstel terug naar het Parlement voor een tweede lezing.

  5. Bemiddelingsprocedure: Als het Parlement en de Raad het niet eens kunnen worden, wordt een bemiddelingscomité opgericht om een compromis te bereiken.

  6. Goedkeuring en publicatie: Zodra beide instellingen overeenstemming bereiken, wordt de wet goedgekeurd en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Vervolgens moeten de lidstaten de wet implementeren in hun nationale wetgeving.


De beloften van politieke partijen

Veel politieke partijen beloven veranderingen en verbeteringen op nationaal niveau, maar de realiteit van de Europese wetgeving maakt het vaak moeilijk om deze beloften na te komen. Partijen moeten niet alleen rekening houden met de nationale context, maar ook met de complexe en soms trage besluitvormingsprocessen van de EU. Dit betekent dat effectieve vertegenwoordiging in het Europees Parlement cruciaal is. We moeten ervoor zorgen dat onze vertegenwoordigers onze nationale belangen behartigen en dat de unieke omstandigheden van ons land worden meegenomen in de Europese besluitvorming.


Ondanks de vele beloften van politieke partijen, blijft de invloed van Nederland binnen de Europese Unie beperkt door de huidige machtsverdeling. Met slechts 32 van de 720 leden in het Europees Parlement, heeft Nederland een relatief kleine stem in de besluitvorming. Dit maakt het noodzakelijk om strategische allianties te vormen met andere lidstaten die vergelijkbare belangen en uitdagingen hebben. Door gezamenlijk op te treden, kunnen we een sterker front vormen en meer gewicht in de schaal leggen bij belangrijke beslissingen.

Daarnaast is een sterke lobby in Brussel van essentieel belang. Het effectief onder de aandacht brengen van onze nationale standpunten bij de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie kan ervoor zorgen dat onze specifieke behoeften niet worden overschaduwd door de belangen van grotere lidstaten. Het vetorecht van de Raad biedt soms een laatste verdedigingslinie, maar het is niet altijd een haalbare oplossing. Daarom moeten we proactief en strategisch te werk gaan om onze invloed te maximaliseren.

Het is duidelijk dat het behartigen van nationale belangen in de Europese Unie geen eenvoudige taak is, maar door samenwerking, slimme lobbypraktijken en effectieve vertegenwoordiging kunnen we ervoor zorgen dat de stem van Nederland in Brussel gehoord wordt. Het is aan ons om de verbinding met de burger te herstellen en te laten zien dat hun stem telt, zowel nationaal als Europees.


Het is van cruciaal belang dat we de verbinding met de burger herstellen en ervoor zorgen dat onze stem in Brussel gehoord wordt. Maar ook dat we eerlijk zijn over de rol van het parlement en haar beperking. Door effectief gebruik te maken van de structuren en procedures van de EU, kunnen we ervoor zorgen dat Europese wetgeving niet alleen rechtvaardig en efficiënt is, maar ook aansluit bij de specifieke behoeften van Nederland.

67 weergaven0 opmerkingen

コメント


bottom of page